Vandaag kregen wij de kans om een slak eens van dichtbij te bestuderen....
Alvorens we de slakken grondig gaan bekijken hebben we eerst een klein kringgesprek over de slak:
- Wie heeft er wel eens een slak gezien?
- Wat vind je van een slak?
- Hoe loopt een slak? (Je kunt wel zeggen dat een slak één voet heeft, die beweegt hij voort als een soort roltrap. Met behulp van een slijmspoor gaat dat wat soepeler.)
- Wanneer zie je veel slakken? (Als het geregend heeft, dus vooral in de herfst)
- Waar leven slakken? (In de tuin, aan de onderkant van bladeren, onder hout of steen)
- Waarom zitten slakken onder hout of bladeren? ( Dan zijn ze veilig voor vogels)
- Wat eten slakken? (Ze houden van bladeren, sla en fruit)
- Wat voor sprietjes zitten op zijn kopje? (Korte voelsprietjes zijn ook om mee te ruiken, de lange sprietjes zijn ogen-op-steeltjes)
- Zou een tuinier slakken ook leuk vinden? (Nee, ze eten zijn groenten en fruit op)
- Hoe groeit een slakkenhuisje? (Als een slak te groot wordt voor zijn huisje dan maakt hij aan de onderrand een extra randje totdat het weer past)
- Er is verschil tussen de sporen van een huisjesslak en een naaktslak. Een huisjesslak heeft een stippeltjesspoor. Een naaktslak heeft een doorgetrokken spoor.
- De lange bovenste sprietjes van een slak zijn de oogjes. De kortere sprietjes aan de onderkant daar voelt en ruikt hij mee.
- Het figuur in een slakkenhuisje heet: spiraal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten